Ne Zure......

Ne zure, zo kan je het wel noemen. Maanden van voorbereiding in enkele uren tijd gesmolten als sneeuw voor de zon. Tweehonderdvijfentwintig kilometer of in het slechtste geval honderdtachtig kilometer moest ik halen op mijn vierentwintig uur in Deventer. Zelfs het slechtste geval haalde ik niet. Ik zag aan de bemoedigende, medelevende berichten dat mijn ellende van dichtbij gevolgd werd.

Gevolgd door een tracker zagen de mensen dat in de eerste zes uur alles volgens plan verliep. Daarna begrepen ze dat er iets fameus mis gelopen moest zijn. De tijden per ronden gingen van zeven minuten twintig gemiddeld naar één uur veertig. Nochtans, dat ding rond mijn enkel werkte perfect. Alleen mijn enkel en de rest van het lijf deed het niet meer en dan voornamelijk dat orgaan waar de koe er vier van heeft. De maag. Na vijfenzestig kilometer gaf het de pijp aan maarten. Niets ging er nog in en alles wat er in ging, kwam er ook terug uit. Het werd stilaan donker, zowel buiten als in mijn hoofd.

Peter, mijn vaste trainingsmaat als ik aan de kust vertoef en die was meegekomen als begeleider, kreeg de opdracht van coach Ed om geen minuut van mijn zijde te wijken. En dat deed hij ook. Ondersteunend op het moment dat ik zwalpend bijna in de kant van de weg sloeg, een fleecke over me gooiend als ik bibberend van de kou en de ellende in mijn stoel of slaapzak kroop in de hoop dat ik nooit meer hoefde op te staan. En toch stond ik weer op en vertrok opnieuw. Waarom, geen idee. Een mens kan bijzonder veel verdragen blijkbaar. Veertien uur heb ik al dan niet bewogen, kilometer per kilometer aan elkaar rijgend zonder te eten of te drinken. Na achttien uur wordt het bijzonder zwaar, ik kruip weer in de slaapzak. Ook nu besluit ik dat het genoeg geweest is.

En weer hoor ik Ed tegen Peter zeggen dat ik snel aan de bak moet. Opnieuw die tent uit, weer vertrekken. Het is ondertussen licht geworden. Peter wijkt niet van mijn zijde. We lopen, stappen, lopen, stappen. Nog vier uur te gaan. Er wordt een flink wandeltempo ingezet. Bij de bevoorrading krijg ik twee happen yoghurt binnen die er warempel ook inblijven. De volgende ronde weer twee happen, daarna een broodje. Zelfs drinken lukt. Je kent dat beeld wel van een plant die je te lang hebt laten verloederen en die er na een scheut water weer doorkomt... hou dat beeld in gedachten want zo zag ik er dus uit.

Nog drie uur te gaan, Birgit komt meewandelen. Ik oog fris zegt ze, er wordt weer gelachen, we wandelen flink door. Bij elke stap voel ik me beter, komt er meer energie. Nog een uur en een kwart. Ik passeer Ed. Hij vindt dat ik weer moet beginnen lopen. We zetten aan en als bij wonder voelen de benen goed. We lopen sneller en sneller en de laatste twee ronden geven we er een lap op. We halen blijkbaar nog veertien kilometer per uur wat weinigen gegeven is na vierentwintig uur lopen.

Hoe verwerk je zoiets wordt me dan gevraagd. Lichamelijk lijkt alles onder controle. Na twee dagen niets stijf meer. Slapen gaat nog wat minder en eten ook vanwege de maag. Mentaal is dat een ander verhaal. Je kan alles plat relativeren maar uiteindelijk is dit nu, op dit eigenste moment, zwaar om dragen. We hebben toch wel heel erg hard toegeleefd naar deze vierentwintig uur. De verwachtingen waren hoog, alles verliep zoals gepland, dan is de pil toch wel erg bitter als het niet gaat zoals we het graag hadden gewild. De kansen liggen dun bezaaid. Zo'n wedstrijden worden niet elke week georganiseerd, laat staan gelopen. Tevens is het reizen naar het buitenland om er één te doen quasi onmogelijke vanwege mijn werk.

Maar goed, Birgit vindt dat ik zeker minstens nog één keer moet proberen wat ik zeer moedig vind van haar. On verra....

Dikke merci aan Peter, om me gedurende vierentwintig uur bij te staan. Mijn lijden te ondergaan en er kalm bij te blijven. Dank aan Ed en Hans zijn team om voor deze kleine schare moedigen deze wedstrijd toch te willen organiseren.